Het oudste geneesmiddel op aarde
Olijfolie wordt uit de vruchten van de olea europea gewonnen en bestaat grotendeels uit het onverzadigd vetzuur oliezuur en voor een kleinere rest uit linool- en palmitinezuur. Vooral twee stofjes zijn voor de gezondheidsbevorderende eigenschappen verantwoordelijk: oleuropeïne en oleocanthal.
Dankzij de oleuropeïne is de olijfboom in staat de vrije radicalen onschadelijk te maken en de pathogenese van ziektes tegen te gaan. Oleuropeïne stimuleert het immuunsysteem en vertraagt de verouderingsprocessen in de olijfboom. Oleocanthal is een pijnstillend aldehyde. Het blokkeert de productie van ‘chemische boodschappers’ die voor het ontstaan van ontstekingsreacties verantwoordelijk zijn.
De polyfenolen in olijfolie zijn, net zoals andere antioxidanten, ontstekingsremmend en goed voor de gezondheid. Verder zorgen vitamine E en squalaan voor een betere celvernieuwing. Olijfolie heeft vooral een positief effect op de tandvlees- en mondgezondheid. Het helpt tegen tandvleesbloeding en haalt vastzittende bacteriën uit de pockets bij het tandvlees weg.